Hoever gaan om client vrij te pleiten?
Strafrechtadvocaat
Gaat het om een rechtvaardig proces of om hoe dan ook je cliënt vrij te pleiten?
Van Felice Eisenburger te Assen stond op zaterdag 23 januari 2016 de onderstaande ingezonden brief in de Volkskrant:
“Wat is nou eigenlijk de taak van een strafrechtadvocaat? Vrijwel altijd vraag ik me dat af, meestal naar aanleiding van berichten in de pers of interviews met advocaten. De taakopvatting van sommige advocaten lijkt te zijn de belangen van hun cliënt te behartigen door te streven naar een zo laag mogelijke straf of, nog liever, helemaal geen straf. Maar als we uitgaan van een rechtsstaat, waarin het van groot belang is, dat er aan beide partijen recht wordt gedaan en het rechtsgevoel van de samenleving niet geschoffeerd wordt, roept die houding gefronste wenkbrauwen op.
Vanzelfsprekend is het de taak van de advocaat er scherp op te letten dat er een eerlijk proces wordt gevoerd. Dat de zienswijze van zijn cliënt aandacht krijgt, dat er oog is voor de context van de zaak, dat rekening wordt gehouden met eventuele verzachtende omstandigheden, en dat al deze aspecten mee worden gewogen voor het oordeel en de strafmaat. Dat hoort bij een beschaafde, democratische samenleving.
Maar is het de taak van de advocaat, ook al weet hij of heeft hij een sterk vermoeden dat zijn cliënt schuldig is, om alles uit de kast te halen (slachtoffers onderuit te halen, bewijsvoeringen doelbewust te ondermijnen, met vormfouten te jongleren, et cetera) om zijn cliënt vrij of zo laag mogelijk gestraft te krijgen?
Moeten we dat dan een goede advocaat vinden of is dat gewoon iemand die, opportunistisch en welbewust, rechtsprincipes aan zijn laars lapt met absolute minachting voor de maatschappelijke consequenties? Kortom, gaat het om een rechtvaardig proces of om hoe dan ook je cliënt vrij te pleiten? Dit is vast een naïeve vraag, maar ik wil hem gewoon eens openlijk aan de orde stellen.”
In een toelichting: “Ik heb ook weinig illusies over deze kwestie, maar wilde het tóch eens als een m.i. kwalijke ontwikkeling cq uitwas van de strafrechtadvocatuur opwerpen. Ik vond dit al lang, maar het genoemde voorbeeld in het artikel was voor mij de aanleiding dit toch eens aan de orde te stellen.”
Peter Olsthoorn | 27-01-16 14:47
Reacties
vanhetgoor | 07/03/16 om 19:34
Ik dacht Mr. Ficq te herkennen. Welnu, ik denk niet dat zij kinderen heeft. Als zij kinderen zou hebben gehad dan zou zij de maatschappij niet laten verloederen door regelrechte misdadigers coûte que coûte vrij te pleiten. Stel je toch eens voor dat een lichtgetinte man voor Noord-Afrikaanse afkomst weer eens op een feestje is, en daar weer zomaar iemand in elkaar trapt. Dat zou gezien de samenstelling van het publiek zeer zeker iemands kind of kleinkind kunnen zijn.
Ik kan mij heel goed voorstellen dat sommige advocaten er een goed boterham in zien om hun cliënt tot in het absurde te verdedigen, omdat dit gewoon goed geld schuift, en ze komen toch vaak niet in de zelfde kringen. De kans dat Mr Ficq zelf in aanraking komt met die man die is vernoemd naar een bloederige veldslag is klein.
Die briefschrijfster heeft gelijk, laat Mr. Ficq zelf maar eens onderdak verlenen aan een te vroeg vrijgekomen psychopaat die zij tegen een zeer vorstelijk salaris heeft vrijgepleit.