Sentimenten en onjuistheden verdringen feiten in het klimaatdebat

Overdrijvingen, onjuistheden, het presenteren van het zwartste scenario als waarschijnlijk: dat alles is schering en inslag in het klimaatdebat. Misschien begrijpelijk, maar het effect is averechts.

Door Jurgen Tiekstra

Hij is klaar: het tweede deel van het zesde grote rapport dat het internationale klimaatpanel IPCC uitbrengt sinds het in 1988 werd opgericht. De afgelopen dagen werd alleen nog door klimaatonderzoekers en regeringsgezanten vergaderd over de zogenaamde ‘samenvatting voor beleidsmakers’. Maandagochtend 28 februari 2022 werd alles publiek gemaakt.

Met de publicatie ervan komt de klimaatverandering weer volop in het nieuws. Maar voor het zover is, moeten we er ons rekenschap van geven dat nog steeds veel mis gaat in het klimaatdebat.

Het debat over het klimaat is al minstens 35 jaar oud, maar het lukt ons niet om over het probleem van de opwarming van de aarde te praten zonder te vervallen in overdrijvingen, panische uitspraken, te absolute voorspellingen en een onzorgvuldige omgang met feiten. Niet alleen bezorgde burgers, maar ook journalisten maken zich daaraan schuldig.

Sommige mensen vinden het muggenziften als ik dat zeg. En op zich snap ik dat. Het doel heiligt de middelen en het doel is om de status quo in beweging te zetten: de mammoettankerachtige ommezwaai naar een wereldeconomie zonder CO2-uitstoot moet worden volbracht.

Geloofwaardigheid geschaad

Maar vier bezwaren komen in mij op. Moreel: het is niet juist om onwaarheden te verspreiden. Maatschappelijk: onterechte stelligheid kan de polarisatie verergeren. Psychologisch: mensen worden banger gemaakt dan gerechtvaardigd is. Constructief: de geloofwaardigheid van de opwarming, en ook de aanpak ervan, wordt hiermee geschaad.

In 1988 werd het IPCC opgericht, onder leiding van de Zweedse meteoroloog Bert Bolin. In zijn in 2007 uitgegeven memoires beschrijft hij hoe hij vanaf het eerste moment zag dat het debat over de opwarming van de aarde steeds dreigt te ontsporen. Onzekerheden worden zwartwit gemaakt tot zekerheden. Al in de beginjaren deden politici als Margaret Thatcher, Angela Merkel (toen minister van milieuzaken) en Al Gore uitspraken die niet wetenschappelijk gestaafd werden.

Sindsdien is het niet anders. In december hield journalist David Van Reybrouck de Huizingalezing aan de Universiteit van Leiden. In zijn bezorgdheid over de opwarming debiteerde hij behoorlijk wat feitelijke onjuistheden. Inclusief die fouten werd zijn verhaal in tijdschrift Elsevier afgedrukt.

Mozambique

Zijn nadruk lag op de schuld die het Westen draagt door zijn uitstoot van CO2. Hij verwees naar de orkaan in 2019 in Mozambique en de hongersnood in het zuiden van Madagaskar. Maar al uit 2020 stamt een studie die stelt dat het aantal orkanen bij Mozambique juist door de opwarming afneemt. Kort voor zijn lezing verscheen ook een attributiestudie die concludeert dat de honger in Madagaskar het gevolg is van een combinatie van natuurlijke klimaatvariabiliteit en armoede. Het verhaal dat de hongersnood in Madagaskar door de opwarming is veroorzaakt, werd in de wereld geholpen door hulporganisaties en is overgenomen door de internationale pers, zoals de BBC.

Daarnaast stelde Van Reybrouck dat de wereld zich in het geval van ‘ongewijzigd beleid’ opmaakt voor een opwarming van 4-5 graden in 2100. Maar die bewering over het scenario dat in de klimaatwereld ‘business as usual’ heet, is al lang geleden door klimatologen gelogenstraft op basis van de ontwikkelingen die worden waargenomen in de energiewereld.

Eind oktober vertelde nieuwslezer Rob Trip prominent in het achtuurjournaal dat onderzoekers van het KNMI nog bezorgder zijn dan eerder over de zeespiegelstijging voor de Nederlandse kust. Rekening wordt nu gehouden met een nog grotere stijging: van 1,2 meter tot zelfs 2 meter in 2100. Maar de NOS vertelde niet dat het KNMI zich hier baseert op het klimaatscenario ‘SSP5-8.5’ van het IPCC, waarin het Parijs-akkoord van eind 2015 niet is meegenomen. Bovendien wordt in dit scenario uitgegaan van een 21ste eeuw zonder wezenlijk klimaatbeleid, maar wel een enorme gebruikstoename van fossiele brandstoffen. Het IPCC heeft dit scenario expliciet als onwaarschijnlijk betiteld.

Gletsjer

De Britse Antarctica-onderzoeker Rob Larter heeft het Britse dagblad The Guardian kortgeleden twee keer gewezen op feitelijke onjuistheden in de verslaggeving over de Zuidpool. De krant suggereert dat de Thwaites gletsjer in korte tijd kan instorten, met 65 centimeter zeespiegelstijging als gevolg. Dat betitelde Rob Larter als ‘onverantwoordelijke angstzaaierij die niet gesteund wordt door enige wetenschapper die ik ken’.

Zo zijn nog meer voorbeelden te noemen uit alleen al het afgelopen halfjaar. Waarom doen we dit steeds weer? Omdat we bezorgd zijn. Omdat we politieke veranderingen willen. Omdat we ons schuldig voelen.

Maar laten we zelfkritisch zijn. Die sentimenten mogen ons niet in de weg gaan zitten. Onze blik op de feiten, en de onzekerheden die inherent zijn aan een chaotisch systeem als het klimaat, moet helder blijven.

Jurgen Tiekstra is onderzoeksjournalist en auteur van het nieuwe boek Het Klimaatdebat als Lachspiegel dat bij Scriptum te koop is.

Reageer op dit artikel:

*
To prove you're a person (not a spam script), type the security word shown in the picture. Click on the picture to hear an audio file of the word.
Anti-spam image

*
To prove you're a person (not a spam script), type the security word shown in the picture. Click on the picture to hear an audio file of the word.
Anti-spam image

Uw e-mail adres wordt niet gepubliceerd en niet aan derden verstrekt.

Omgangsvormen