Onwelgevallige meningen zijn geen leugens
Paul Cliteur moet vrijuit kunnen spreken
Paul Cliteur mag toch spreken tijdens de Nacht van de Filosofie, een discussiebijeenkomst in Groningen. Dat ging niet zonder slag of stoot. Een groep medewerkers en studenten van de Faculteit Wijsbegeerte, één van mede-organisatoren van het evenement, wilde zijn komst verhinderen.
Uiteindelijk werd hun protest zo luid, dat de Rijksuniversiteit Groningen zich genoodzaakt voelde om te bevestigen dat de uitnodiging aan Cliteur niet ingetrokken zou worden.
Cliteur schrijft al decennia boeken en opiniestukken, dus het is niet duidelijk aan welke publicaties de boze wetenschappers en studenten aanstoot nemen. Maar de commotie lijkt sowieso niet primair te gaan over iets dat Cliteur gezegd of geschreven heeft. En ook het onderwerp van zijn praatje, ’theoterrorisme’, het terrorisme van godsdienstfanaten, is niet meer zo heel erg controversieel.
Nee, mensen nemen Cliteur vooral kwalijk dat hij aan het hoofd staat van het wetenschappelijk bureau van Forum voor Democratie. Het FvD wordt gehaat op universiteiten, zeker nu het net een grote verkiezingsoverwinning behaald heeft.
Toch is het raar dat hij daarom niet zou mogen komen spreken. Critici kunnen aansluitend op het praatje kritische vragen stellen. Degenen die al misselijk worden als ze Cliteur zien, kunnen gewoon naar een ander, gelijktijdig praatje gaan. Cliteur is maar een van de meer dan 25 sprekers die in verschillende zaaltjes onderwerpen zullen aansnijden.
De boze anti-Cliteuristen lijken de strategie van het deplatforming in te zetten. Intellectuele en politieke tegenstanders tegenwerken door ze podia te ontzeggen. Dit is in Amerika nu in de mode. De crux is dat je niet alleen zegt: ’Bah, daar wil ik niet naar luisteren.’ Maar ook: ’Anderen mogen daar niet naar luisteren.’
Je tracht de invloed van tegenstanders te verkleinen door inhoudelijke discussie te mijden. Zodra je namelijk de discussie aangaat met een tegenstander, geef je weer aandacht aan diens ideeën. Toehoorders kunnen dan ondanks je sterke weerwoord, toch beïnvloed worden door wat je tegenstander vertelt. En het enkele feit dat je tegenstander een podium krijgt, bevestigt zijn of haar aanzien.
Maar ja, als iedereen die logica consequent zou gaan toepassen, dan kunnen we onze democratie wel afschaffen. In een democratie moet je in discussie blijven gaan. Daar hoort bij dat je tegenstanders invloedsmogelijkheden gunt.
En het mooie aan praatjes is dat je sprekers achteraf met zaken kunt confronteren. Zo zou iemand Cliteur kunnen bevragen over Baudets gewraakte uitspraak over wetenschappers. In zijn overwinningsrede na de verkiezingen, stelde Baudet dat ’we worden ondermijnd door onze universiteiten’. Hij lijkt wetenschappers als volksvijanden af te schilderen. Cliteur is de oud-promotor van Baudet en het hoofd van FvD’s wetenschappelijk instituut. Wat denkt hij dat Baudet bedoelde? En vindt Cliteur ook dat veel wetenschappelijke collega’s van hem ons volk ’ondermijnen’?
Nog een leuke: Het FvD heeft een meldpunt voor ’linkse indoctrinatie’, waar studenten foto’s en opnames van hun ’linkse’ lesmateriaal naartoe kunnen sturen. Staat Cliteur achter dat idee? Vindt hij dat zulke kliklijnen inhoudelijke discussie in het onderwijs bevorderen of alleen het wantrouwen voeden? Kijk, als je dus wel de inhoudelijke discussie aangaat, dan kun je juist antwoord krijgen op dit soort kritische vragen.
*) Dit artikel verscheen eerder deze week in De Telegraaf
Eric Hendriks | 31-03-19 07:44
Uw e-mail adres wordt niet gepubliceerd en niet aan derden verstrekt.
Omgangsvormen