Boze bruine man blijft buiten beeld
Peilen met de EtnoBarometer
Het vlees is zwak, de verleiding sterk. Meer dan ooit spraken de zogenaamde kwaliteitsmedia zich in de aanloop van de Kamerverkiezingen uit voor terughoudendheid. Voorzichtig en met mate omgaan met opiniepeilingen, in het besef van beperkingen ervan.
En elke nieuwe peiling tegen het onderzoekstechnische licht houden, om te bezien of de verzamelde informatie de toets der kritiek kon doorstaan. Enkel en alleen dan was er, bij voldoende nieuwswaarde, aanleiding om er aandacht aan te besteden.
Maar dan duikt plots de boze bruine man op. Het minder bekende broertje van de roemruchte boze witte man. We hebben er nu een beeld van, van de stemgerechtigde Nederlander met een migratie-achtergrond, zoals die boze bruine man, tot voor kort bekend als allochtoon, voluit heet.
Al langer bestond er bij opinieonderzoekers interesse in dit segment van de Nederlandse bevolking, dat zich notoir lastig laat vangen in de gebruikelijke netten van opiniepeilers en andere onderzoekers. Niet dat we niets van de politieke participatie van deze groep burgers wisten, maar bestaande kennis schoot duidelijk tekort.
En met Kamerverkiezingen in zicht, een partij als Denk die zich primair op dit deel van het electoraat richt, en de traditionele partner PvdA in zwaar weer, is de vraag naar het electorale gedrag van de allochtone kiesgerechtigde extra van belang.
Dat de op basis van de zogeheten EtnoBarometer verzorgde peiling veel en alom aandacht kreeg, is dan ook begrijpelijk. Dat van de beleden zorgvuldigheid in interpretatie en presentatie van peilingen – terughoudend zijn is het nieuwe peilen, leek het motto voor 2017 te zijn – ineens niets terug te vinden is, is minder goed te begrijpen. Het zwakke journalistieke vlees.
Nogal wat aan te merken
Helaas. Want bij nadere beschouwing – simpelweg het volgen van enkele vuistregels – is er nogal wat aan te merken op het onderliggende onderzoek dat zou hebben getoond dat allochtone kiezers weglopen bij de PvdA en overstappen naar Denk, dat de boze bruine man zich op 15 maart luid zal laten horen.
Die nadere beschouwing begint met de kernvraag naar de opzet van het onderzoek en de gevolgen ervan voor de representativiteit. Specifiek: hoe zijn deelnemers geselecteerd en in hoeverre laten zij het toe een algemener beeld te schetsen van de vier grootste onderscheiden groepen allochtonen in Nederland?
Voor het onderzoek zijn 1.792 Nederlandse burgers met een migratie-achtergrond ondervraagd. Dat is een mooi aantal, maar dat aantal is van ondergeschikt belang. Het gaat om de manier van selectie. Daarover is het onderzoeksrapport minder helder.
Er is gebruik gemaakt van de EtnoBarometer, een bestand met een fors aantal (40.000?) mailadressen van allochtonen. Dat bestand is niet op aselecte wijze tot stand gekomen, maar heeft zich op allerlei manieren zelf aangemeld. In reactie op advertenties gericht op de doelgroep, via sociale media, via netwerken, evenementen en partnerships.
Niet representatief
Het resultaat is overduidelijk een panel dat ernstig scheef is ten opzichte van de doelgroep of populatie van Nederlandse burgers met een migratie-achtergrond. Vooral hoger geschoolden, met name hbo’ers, zijn zwaar oververtegenwoordigd. De EtnoBarometer als diplomapanel.
Overigens is het onderzoek niet enkel onder dit panel uitgevoerd, maar zijn aanvullend her en der mondelinge vraaggesprekken gevoerd met kennelijk bijna letterlijk van straat geplukte allochtone kiesgerechtigden. Dat verhoogt het aantal respondenten, maar zeker niet de representativiteit.
Trouwens, door de wijze van selectie van deelnemers, binnen en buiten de EtnoBarometer, hebben we geen beeld van respons en non-respons en de vertekenende effecten van die non-respons. Correctie middels weging heeft niet plaatsgevonden.
En hoewel het werken met onzekerheidsmarges bij schattingen langzaam in de media doordringt, kent het rapport waaruit de boze bruine man is opgestaan schattingen met cijfers achter de komma. Schijnprecisie, wellicht omdat marges gezien de wijze van steekproeftrekking in dit geval nog minder verantwoord zouden zijn geweest.
De ene vraag naar de selectie van deelnemers aan het onderzoek en daaraan verbonden gevolgen voor de representativiteit kan worden aangevuld met andere, eveneens voorname punten van kritiek op de interpretatie en presentatie van de betreffende gegevens.
Het schijnbaar heldere beeld van de boze bruine man blijkt vaag en bewogen, en laat misschien in het geheel geen boze bruine man zien. Jammer, want de vraag naar allochtone politieke voorkeuren is interessant en relevant.
Nu nog zoeken naar een goed antwoord, en vooral niet direct aanslaan als iemand claimt dat hij er een foto van heeft. Van de verschrikkelijke yeti zijn ook tal van foto’s, maar is het bestaan ervan en zijn ware aard er door geopenbaard?
* Prof.dr. Jelke Bethlehem en prof. dr. Joop van Holsteyn zijn als hoogleraar Survey-onderzoek resp. bijzonder hoogleraar Kiezersonderzoek verbonden aan het Instituut voor Politieke Wetenschap, Universiteit Leiden.
Jelke Bethlehem en Joop van Holsteyn | 14-03-17 08:58
Uw e-mail adres wordt niet gepubliceerd en niet aan derden verstrekt.
Omgangsvormen