Positieve ‘framing strooit zand in de ogen
Welvaart stijgt? Niet waar!
Net als de NS met opbeurende boodschappen probeert om de mankerende treinenloop te maskeren, interpreteren kabinet en CBP de economische cijfers zoals dat het beste uitkomt.
Terwijl de conducteur tegenwoordig triomfantelijk door de trein schalt dat het station volgens dienstregeling is verlaten, schat ik dat van de ongeveer tien reizen die ik deze zomer met NS heb gemaakt er hooguit één à twee zonder strubbelingen en vertraging verliepen.
Dergelijke positieve ‘framing’ om de clientèle en werknemers gunstig te stemmen is tegenwoordig bij bedrijven algemeen gangbaar, ook in de politiek. Ik begrijp best dat de landsregering net zoals de treinleiding trots wil kunnen zijn op de eigen prestaties, maar het moet wel reëel blijven.
Neem de berichtgeving over de economie. Het CBS kwam onlangs met de cijfers over het tweede kwartaal: de economie was met 1,6 procent op jaarbasis gegroeid. Voor minister Kamp was dit aanleiding de nadruk te leggen op een sterk aantrekkende economie, door de NOS samengevat als ‘robuuste economische groei‘.
Dat de groei ten opzichte van het eerste kwartaal maar 0,1 procent was, werd weggewimpeld als een eenmalig effect veroorzaakt door de gedaalde gasproductie.
Eerder voorspelde het Centraal Planbureau dat de Nederlandse economie dit jaar groeit met 2 procent en volgend jaar met 2,4 procent. Kortom, alom hosanna.
3 procent neergang
Maar als we de conjunctuurbeweging sinds 2008 bekijken, is duidelijk de bekende 3-4 jaar durende cyclus waarneembaar, hebben we de hoogste ‘top’ alweer bereikt en gaat de cyclus onvermijdelijk weer naar beneden. Extrapolatie van de conjunctuurbeweging levert voor 2016 eerder een krimp van 1 procent op dan een groei van 2,4 procent, zoals het CPB voorspelt.
Graag zou ik van Laura van der Geest (CPB-directeur) of Henk Kamp (minister van Economische Zaken) hiervoor een verklaring krijgen. Cynisch gezegd kan het kabinet maar beter snel vallen, om bij de verkiezingen nog tijdig te kunnen profiteren van de huidige golf.
Ook structureel is de Nederlandse (en westerse) situatie slecht. Het CBS noteert in zijn kwartaalbericht dat de omvang van de Nederlandse economie, het bbp, nu exact even groot is als zeven jaar geleden. We schommelen conjunctureel wat rond een nulgroei de laatste zeven jaar. Wat evenwel niet wordt vermeld, is dat we inmiddels wel 500.000 monden meer te voeden hebben dan in 2008 (cijfers van hetzelfde CBS). De gemiddelde welvaart per Nederlander is dus 3 procent lager dan in 2008.
Lage groei blijft
Doordat de ongelijkheid toeneemt, zijn er bovendien grote groepen die er nog veel meer op achteruit zijn gegaan. Maurice de Hond constateert in zijn wekelijks opinieonderzoek van 17 augustus een werkelijk schokkend verschil in consumentenvertrouwen tussen SP-, PVV-, en 50Pluskiezers enerzijds (ongeveer eenderde van het electoraat) en D66-, PvdA-, VVD- en CDA-kiezers anderzijds (de helft van het electoraat).
Volgens de econoom Robert J. Gordon (zie zijn TED-talk) zijn we in de westerse wereld bezig aan een langdurige periode van nog zeker twintig jaar. Met in het gunstigste geval zeer lage groei door:
* afname van de arbeidsparticipatie als gevolg van de vergrijzing;
* verzadiging van het opleidingsniveau van de bevolking;
* de ontstane vermogens- en inkomensongelijkheid
* de wereldwijde torenhoge schulden, de uitputting van natuurlijke hulpbronnen;
* en de negatieve gevolgen door de aantasting van het klimaat.
Allemaal langetermijnontwikkelingen die niet één-twee-drie met het bijdrukken van geld door centrale banken of overheidsbezuinigingen zijn op te lossen.
Onheilspellende tekens
Een goede illustratie hiervan is de langetermijnontwikkeling van de rente. De rente, de ‘prijs van geld’ hangt samen met de kracht van de economie en is de belangrijkste economische indicator. Als we kijken naar de ontwikkeling op zeer lange termijn, zien we een opmerkelijke golfbeweging die door de Russische historisch econoom Kondratieff al lang geleden is beschreven.
NRC-columnist Menno Tamminga wees er onlangs op dat de gestage rentedaling haar 33ste verjaardag viert, en adviseert ons te controleren of de persoonlijke financiën bestand zijn tegen een forse rentestijging.
De rentedaling ging hand in hand met schuld- opbouw en steeds hogere prijzen voor vastgoed, obligaties en aandelen. De Dow Jones stond in 1982 op 831 en nu op 17.400. In de periode ervoor, de opbouwjaren na de oorlog, was er sprake van een omgekeerde beweging en liep de rente op tot een hoogtepunt begin jaren tachtig.
De situatie in 2015 lijkt op die van 1937, betoogt Richard Abma in de Financiële Telegraaf van 19 maart 2015. Toen probeerde de Amerikaanse overheid na acht jaar crisis de rente te verhogen, net als nu. Dit liep uit op een mislukking. De industriële productie nam sterk af, de werkloosheid liep op en de beurskoersen klapten in elkaar. Een jaar later werd de renteverhoging teruggedraaid. Niet lang daarna volgde de Tweede Wereldoorlog, waarna de cyclus opnieuw begon.
Behalve dat de Nederlandse welvaart de afgelopen zeven jaar 3 procent is gedaald en de conjunctuur de komende twee jaar verslechtert, is ook de internationale structurele economische situatie onheilspellend. Hoge schulden, lage rentes, valutaoorlogen, geldverruiming, haperende economieën, ongelijkheid.
Door de grote verwevenheid is het niet onwaarschijnlijk dat we afstevenen op een wereldwijde crash, gevolgd door oorlogsinvesteringen om de economieën uit het slop te trekken, en oorlog, zoals tachtig jaar geleden.
De onzekerheid over de Chinese economie en de ontwikkelingen op de beurzen bevestigen mijn sombere gedachten. Maar verder gaat het fantastisch en vertrekken de treinen in Nederland stipt op tijd!
*) Eric Winter is bedrijfskundige & managementconsultant bij Atos maar schrijft op persoonlijke titel. Dit stuk verscheen op 1 september 2015 ook in de Volkskrant.
Eric Winter | 01-09-15 09:13
Uw e-mail adres wordt niet gepubliceerd en niet aan derden verstrekt.
Omgangsvormen