Niet 'falsely tried'
De mythe van Rubin Carter
Een van de hardnekkigste mythen van de 20ste eeuw is het verhaal van de op 20 april 2014 overleden Rubin ‘Hurricane’ Carter, een bekende zwarte middengewicht bokser die in 1967 tot levenslang werd veroordeeld voor een uit de hand gelopen roofoverval op een eetgelegenheid in Paterson, New Jersey, met drie doodgeschoten werknemers als resultaat.
Tien minuten later werden Carter en zijn twee mededaders in Carters gehuurde Dodge Polara (stom toevallig hetzelfde type auto dat getuigen met hoge snelheid van de plaats delict hadden zien wegscheuren) gearresteerd door brigadier Capter van de Patersonse politie. Carter lag op de achterbank, uit het zicht. Misschien een contactlens aan het zoeken. Onmiddellijk na de aanhouding barstte een mediaspektakel los dat twintig jaar zou voortduren.
Het waren de hoogtijdagen van de zwarte burgerrechtenbeweging, een jaar na de moord op Malcolm X en midden in de bloeiperiode van Martin Luther King; een van de roerigste episodes in de Amerikaanse geschiedenis. Carter en zijn advocaten realiseerden zich ogenblikkelijk dat die labiele maatschappelijke conditie de ideale voedingsbodem was voor het zaaien van twijfel, het verspreiden van geruchten en het uitspelen van de “racisme- kaart.”
Carter zou erin zijn geluisd door racistische blanke politiemensen en een al even racistische openbare aanklager. Niettemin werd hij schuldig bevonden en tot levenslang veroordeeld. In de gevangenis begon Carter aan een boek dat in 1974 verscheen: The Sixteenth Round. Het werkje is inmiddels bijna verplichte kost voor psychologen in opleiding.
Carter portretteert zichzelf als een guitig straatschoffie, dat met medailles behangen uit het leger werd ontslagen, een grote bokscarrière opbouwde en uiteindelijk door de boze racistische buitenwereld werd veroordeeld voor een drievoudige roofmoord waaraan hij part noch deel had. De misdrijven waarvoor hij al eerder was veroordeeld, bagatelliseert hij of laat hij volledig buiten zijn wil om gebeuren.
Alles overkómt onze arme Rubin. “Ik weet niet waarom ik die mevrouw haar tasje afrukte. Het gebeurde gewoon en toen was er geen weg terug.” Op zijn veertiende werd onze guitige rakker in een jeugdinrichting opgesloten voor het neersteken en beroven van een man, al wil Carter ons doen geloven dat hij zich slechts verdedigde tegen een pedofiele aanrander. Waarom hij bij zijn arrestatie het horloge van de man op zak had laat hij voor het gemak even buiten beschouwing.
Voor zijn tijd erop zat, wist hij te ontsnappen en ging het leger in. Daaruit werd hij in 1957 naar eigen zeggen eervol ontslagen. Als bewijs plaatst hij een foto waarop hij in een met onderscheidingen behangen uniform te bewonderen valt. Die foto is een vervalsing. Op het origineel uit het archief van de krijgsmacht zijn geen decoraties te bekennen.
Bovendien werd hij, na vier krijgsraden, “ongeschikt voor militaire dienst” bevonden en de laan uitgestuurd. Eenmaal militair af werd hij weer opgepakt om de rest van zijn straf uit te zitten.
Na nog verschillende gevangenisstraffen voor vervelende akkefietjes waarin onfortuinlijke Rubin pardoes verzeild raakte werd hem in 1966, op het hoogtepunt van zijn bokscarrière, door de racisten een driedubbele moord in de schoenen geschoven. Ook hier liegt Carter. Zijn carrière als profbokser was over haar hoogtepunt heen, hij zat op zwart zaad, keek behoorlijk diep in allerlei glaasjes en had een belastingschuld van 90.000 dollar (2014: 660.000 dollar).
Samen met John Royster en John Artis, twee veroordeelde criminelen, besluit Carter op 16 juni 1966 om half drie ‘s nachts Lafayette Bar & Grill te overvallen, met het bekende noodlottige gevolg. In 1976 krijgt Carter een nieuw proces, dit keer met een jury die gedeeltelijk uit Afro-Amerikanen bestaat en wordt opnieuw schuldig bevonden. Dan houdt zelfs Bob Dylan even op zijn protestsong Hurricane te vertolken.
Tien jaar later wordt Carter in een bodemprocedure vrijgesproken op vormfouten in het tweede proces en niet, zoals velen denken, omdat de rechtbank hem onschuldig achtte. Voor de meeste Nederlandse media is Carter echter nog steeds ‘onschuldig.’ De Volkskrant bijvoorbeeld, die zichzelf toch een kwaliteitskrant vindt, profileert Carter in een nieuwsbericht over zijn overlijden als iemand die ‘twintig jaar ten onrechte vastzat’ , hetgeen de waarheid net zoveel geweld aandoet als Carter zijn slachtoffers in de nacht van 16 juni 1966.
In 1999 maakt Norman Jewison een film over Carter met Denzel Washington in de hoofdrol. Jewison houdt de mythe levend en zet Carter neer als de arme rechtschapen held die onrecht wordt aangedaan door racistisch Amerika. Later zal een van Jewisons scenarioschrijvers publiekelijk toegeven zich „ongemakkelijk” te hebben gevoeld, omdat hij wist dat hij een loopje met de waarheid zat te nemen.
Het wrange aan Jewisons film is niet dat hij een volledig onjuist beeld schetst, maar dat hij het omgekeerde bereikt van wat hij eigenlijk wil. Er zitten ongetwijfeld onschuldig veroordeelde mensen in Amerikaanse gevangenissen, onder wie ook zwarte Amerikanen. Zij worden door Jewison echter volledig genegeerd.
In plaats daarvan wordt een doorgewinterde crimineel als Carter tot cult-held verheven en dat doet de zaak van de werkelijke slachtoffers van een per definitie imperfect rechtssysteem meer kwaad dan goed. Films, en vooral Hollywoordfilms, transformeren de complexe en genuanceerde werkelijkheid praktisch altijd in begrijpelijke, hapklare brokken.
Of, zoals de Washington Post het destijds verwoordde: Jewison krijgt dan weliswaar geen Oscar, hij krijgt van ons wel de “Oliver Stone Geschiedvervalsing Trofee.”
Gard Simons | 29-04-14 06:04
Reacties
Frits bos | 09/12/15 om 21:35
Eyopener voor mij
Madnesta | 06/07/16 om 22:39
Niets in dit verhaald bewijst dat hij de moord heeft gepleegd. Alleen dat hij zijn verleden mooier liegt dan het was. En dat is geen enkele toevoeging aan zijn onterechte veroordeling, die zoals in alle rechtbank stukken te lezen is, ongefundeerd en onbewijsbaar is. Anders kunnen we elke leugenaar op voor hand veroordelen. En volgens wetenschappelijk onderzoek liegt iedereen….
Sjaak | 16/01/17 om 08:03
Wat een slecht geschreven stuk met inderdaad een hoop leugens en niks goed onderbouwd.
Remco | 12/11/17 om 09:13
100% waar, de man was zo schuldig als maar mogelijk.
Ben | 17/04/18 om 08:56
Wat een onzinstuk dit. Carter is inderdaad niet vrijgesproken — een federale rechtbank heeft het oorspronkelijke vonnis vernietigd. En de reden daarvoor kun je met heel veel fantasie een “vormfout” noemen, maar de rechter zelf hield het toch op de racistische motieven van de politie die tot de veroordeling geleid hadden. De staat New Jersey heeft die beslissing aangevochten in federaal hoger beroep en verloren, is toen naar het Amerikaanse hooggerechtshof gegaan en die heeft de zaak geweigerd (kennelijk vanwege gebrek aan merites).
Voor de goede orde, de huidige (juridische) stand van zaken is dat Rubin Carter nooit veroordeeld is voor die moorden en zelfs nooit voor de rechter gestaan heeft (vonnis vernietigd, dus terug bij af). New Jersey had dus gewoon een nieuwe aanklacht in kunnen dienen en een nieuwe proces aan kunnen spannen. De openbaar aanklager heeft dat echter niet gedaan — zowel omdat na 20 jaar een aantal getuigen dood waren als omdat, na aftrek van het “bewijs” ingegeven door racisme, er geen verder bewijs overbleef.