Winst of waarheid, dat is de vraag
Liegen advocaten mee met verdachten?
Niet doen, vindt ex-advocaat Bart Heyning. In tegenstelling tot recent Germ Kemper.
Winst of waarheid, dat is he verhaal in deze: liegen om te kunnen winnen, of de waarheid naar voren brengen en een zaak verliezen.
Germ Kemper, voormalig deken van de Amsterdamse Orde van Advocaten, hield in een uitzending van Zembla over vechtscheidingen een pleidooi mee te liegen met cliënten:
“Een advocaat is geen rechter, daar begint het mee. Hij is ook geen politieman die met getuigen kan proberen vast te stellen wat de waarheid is. Ook als iets wellicht verzonnen is, dan leert dat een rechter toch waar de schoen zoal wringt.’’
Toen hem gewezen werd op de consequenties, zei Kemper: “Ja, zo is het leven. Niets aan te doen.”
In NRC Handelsblad gaat ex-advocaat Bart Heyning daar vandaag tegenin. Hij noemt de hypothese van een recent juristencongres in Gronngen: als advocaat weet je dat het document dat winst kan opleveren in een zaak vervalst is, wat doe je dan?
Niet mededelen aan de rechtbank, vonden de meeste congresgangers (docenten, studenten, advocaten, rechters, officieren), aldus Heyning. Terugtrekken, dus niet liegen en geen waarheid spreken, zou te verkiezen zijn. Heyning: “Het oordeel sloeg om toen werd gevraagd of men dit ook ‘fair’ vond als zij zelf die wederpartij zouden zijn. Tumult, dat was volstrek onacceptabel.”
Advocaten hebben de bekende redenen om de waarheid op zijn minst te verzwijgen, en ‘als het moet’ ook geweld aan te doen: iedereen doet het, en dit hoort bij het verdedigen van de cliënt. Bovenal geldt de geheimhoudingsplicht.
Heyning vindt liegen onacceptabel, en wijst op vier jaar maximum straf in het wetboek van strafrecht voor bedrog. De geheimhoudingsplicht vindt hij niet van een hogere orde dan eerlijke rechtsbedeling.
“Het gedrag van de advocaat dient…in de eerste plaats te worden getoetst aan het beoogde resultaat van de rechtsgang: de eerlijke rechtsbedeling. Dat daaronder ook de bescherming van de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij valt, blijkt uit de reacties op dat juristencongres. Het vaststellen wat nog wel en wat niet meer mag is dus helemaal niet zo moeilijk. ‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook de ander niet’, hoort ook hier te gelden.”
Peter Olsthoorn | 21-11-13 17:27
Reacties
Pauline Voortman | 22/11/13 om 08:50
Helemaal eens met pleidooi van Heijning: het in herinnering brengen waar het bij de rechtbank om gaat: de eerlijke rechtsdeling. Ik voeg graag aandacht voor de klassieke deugden ( wijsheid, matigheid, rechtvaardigheid en moed) toe. De geciteerde reactie van Kemper vind ik schokkend, hij heeft als voormalig deken een voorbeeldfunctie. Ik hoop dat het artikel van Heyning veel stof zal doen opwaaien!