Antwoord Commissie Cohen (Project X Haren)
Vrienden en sociale media dreven jongeren naar Haren
Kritiek op ‘ontzien’ rol massamedia onterecht.
In zijn kritiek op het rapport van de commissie Cohen komt Peter Vasterman tot een aantal verkeerde conclusies.
Uit de toename van het aantal Facebook berichten op de dag dat de massamedia er aandacht aan gingen besteden leidt hij onmiddellijk af dat dit het gevolg was van deze media-aandacht. Dit is primitief oorzaak-gevolg denken.
In werkelijkheid was er in de dagen voor ‘Haren’ sprake van een interactie tussen invloeden van sociale media, massamedia, jongeren die een feest wilden dat naderde en hun eigen communicatiemiddelen. De commissie heeft geprobeerd dit interactieproces gedetailleerd in kaart te brengen. Het heeft geen zin hier een factor uit te lichten en die voorop te stellen.
Vasterman heeft een achterhaald idee van wat tegenwoordig een mediahype vormt. Dit steeds vaker en heftiger voorkomend fenomeen wordt niet alleen gecreëerd door omroep en krant maar ook door sociale media, telefonie en fysieke bijeenkomsten.
Bovendien is het niet alleen een zaak van zenders, maar ook van ontvangers. Het zijn ook de mensen zelf die een hype creëren. Toen Giethoorn deze winter volstroomde met een enorme menigte schaatsliefhebbers was die het resultaat van media-aandacht en de mobilisatie via Facebook en mobiele telefonie. Maar ook van de behoefte om en masse te schaatsen.
De afgelopen weken heeft de dansrage Harlem Shake in een aantal steden duizenden liefhebbers bij elkaar gebracht. Facebook was hierbij overduidelijk de drijvende kracht. Vasterman zal moeten accepteren dat de sociale media in korte tijd een grote mobiliserende kracht gekregen hebben. Zij doen dat in een land met ongekende mediadichtheid waarin iedereen op alles reageert.
De ontvangers centraal stellend heeft de Commissie Cohen ervoor gekozen uit te gaan van de jongeren, en niet van de media. Wat dreef hen te komen op een feest dat er niet heette te zijn? Als we het aan de jongeren zelf vroegen in onze interviews en enquêtes waren vrienden, sociale media en gewoon nieuwsgierigheid en de verwachte kicks de drijvende krachten. En in beperkte mate de massamedia.
Vanzelfsprekend ligt dit anders bij degenen die ‘Haren’ alleen via de televisie gevolgd hebben. Zij krijgen de indruk dat het één grote massamediahype was. De onderzoekers hebben vastgesteld dat er binnen Facebook veel meer gereageerd werd op andere sociale media berichten dan op die uit de massamedia.
Op 17 september nam de aandacht voor ‘Haren’ op Facebook plotseling sterk toe, tezamen met het aantal aanmeldingen om te komen en de onderlinge discussie. Dit werd opgemerkt door een journalist van Trouw die de media-aandacht de volgende dag in gang zette. De massamedia reageerden dus op een sociale media fenomeen, niet omgekeerd.
Tot die tijd hadden zij er nauwelijks aandacht aan besteed. Op de dag van ‘Haren’ en daarna was de massamedia-aandacht veel groter dan ervoor. In haar rapport geeft de Commissie een groot aantal empirisch onderbouwde redenen waarom de massamedia niet de belangrijkste drijvers om naar Haren te komen geweest kunnen zijn. Deze media hebben ‘Haren’ voor het grote publiek op de agenda gezet, de aandacht versterkt en het belang van het verschijnsel gelegitimeerd voor de jongeren die wilden gaan.
Vasterman’s bewering dat de massamedia volgens de Commissie ‘neutraal’ hebben bericht over Haren is onjuist. Ook hier is haar conclusie heel wat genuanceerder. Min of meer neutraal waren de dagbladen en de radio en TV-journaals in de dagen voor het event. Maar zeker niet een aantal FM stations en deels ook De Wereld Draait Door. Die droegen bij aan de mobilisatie. Op de dag zelf stelden sommige media zich correct en redelijk terughoudend op. Anderen werden zelf onderdeel van de scene.
Het hele gebeuren in Haren is in de publieke opinie getekend door het zoeken van zondebokken achteraf. De Commissie Cohen heeft hier niet aan willen meedoen. Of die zondebokken nu massamedia, sociale media, hooligans, politietroepen of burgermeesters waren.
In Haren is iets gebeurd dat uiteindelijk niemand gewild heeft. Het gaat niet aan om er één schuldige uit te pikken.
*) Jan van Dijk is hoogleraar Communicatiewetenschap aan de Universiteit Twente en lid van de Commissie Cohen (Project X Haren)
Peter Olsthoorn | 21-03-13 08:51
Uw e-mail adres wordt niet gepubliceerd en niet aan derden verstrekt.
Omgangsvormen