Weergaloos goed boek, met rafelrandjes
‘Het zijn net mensen’ van Joris Luyendijk
Bijna tien jaar na het einde van het correspondentschap is dit het standaardwerk van mediamanipulatie en -blindheid.
Geen boek past eigenlijk zo goed bij dit weblog Joris Luyendijk, hoewel de schrijver bij verzoek of hij hier columnist wilde worden opmerkte: “Maar de waarheid bestaat niet.”
Hoe terloops en juist zo’n zinnetje ook, het blijft hangen. Is het dan niet de taak van een journalist om tenminste een poging te doen leugens zo veel mogelijk te ontmaskeren om iets (te) groots als ‘de waarheid’ naderbij te brengen? Hoe cynisch ben je dan geworden? Maar juist: journalistieke codes garanderen allerminst betrouwbare verslaggeving en vooral beeldvorming.
Dankzij de stranddagen heb ik het voornemen kunnen uitvoeren om ‘Het zijn net mensen’ nog een grondig te lezen, en met groot genoegen. Het is het beste Nederlandstalige boek over media, en nu weer actueel met de berichtgeving over opstanden en repressie in Arabische landen. Ofschoon er van hem geleerd is, met meer slagen om de arm over goed en kwaad.
Beschrijving: “Het gaat over mijn tijd als correspondent Midden-Oosten, tussen 1998 en 2003. Ik probeer te laten zien dat nieuwsmedia maar een minuscuul deel van de werkelijkheid kunnen laten zien…zwaar gefilterd, vervormd en gemanipuleerd. Dat wordt door kijkers, lezers en luisteraars aangezien voor de werkelijkheid.”
Oorlog als Disneyfilm
Het boek beslaat twee grote delen, het eerste over journalistiek in en over Arabische dictaturen en in en het tweede over het Palestijns/Israëlische ‘samenleving’. Een derde deeltje behelst de Amerikaanse invasie in Irak. Daarover: “Zonder de Amerikaanse invasie van Irak was ik misschien wel nooit begonnen aan een boek over ‘filters, vervormingen en manipulatie bij beeldvorming’.
Die Irak-oorlog beschrijft Luyendijk als een Amerikaanse combinatie van een p.r.-operatie, Disneyfilm en computerspel. Luyendijk kwam opnieuw niet aan zijn informatie. Hij ging zoeken naar voorstanders van de Amerikaanse inval in de regio. Zelfs in Koeweit vond hij die niet. “Ik sprak met een reder, een zakenman, een advocaat, een econoom en andere liberale Koeweit. Hoogopgeleid, uistekend Engels sprekend, charmant, succesvol, rijk. Ze wilden dolgraag van Saddam af, maar allemaal hadden ze een variant op dezelfde vraag: waarom zou Amerika in Irak democratie brengen als het in de rest van d regio juist de dictators in het zadel hield?”
Deze woordvoerders claimen anonimiteit en daarmee, meent Luyendijk, vervliegt de mogelijkheid om het verhaal hard te brengen. Bovendien: ze zijn wellicht niet representatief want er zijn geen opiniepeilingen.
Weifelen
Daarmee doemen direct vraagtekens op: wat let de journalist om hier wel zijn verhalen op te baseren? En zijn democratie, vrijheid van meningsuiting en opiniepeilingen conditio sine qua non om die meningen van toch over het voetlicht te brengen?
De schuld van niet publiceren hoe het werkelijk zit legt Luyendijk gemakkelijk bij de nieuwsmachinerie bestuurd door commerciële belangen en zucht naar sensatie (‘incidenten’) en onwetende redacties. Maar in zijn dankwoord noemt hij speciaal NRC-redactrice buitenland Carolien Roelants die ‘het volhield om mij drie jaar lang iedere ochtend op te bellen voor overleg’. Waar gingen die duizend gesprekken dan over? Wellicht dat zij daarover nog eens min of meer objectief kan verhalen.
Over zijn gewenning: “Ik kon me er steeds minder over opwinden, zoals ook het gevoel van machteloosheid gewoon werd….hoe kon ik zo afstompen? Achteraf denk ik dat het een reactie was op het gevaar dat mij omringde. Mensen reageren op dreiging door te vechten of te vluchten, maar journalisten doen geen van beide en dus moest ik de realiteit ontkennen, een deel van de signalen uit mijn hersens negeren…Eerst voelde ik de angst niet meer, maar toen de dreiging aanhield raakten ook andere delen van mijn emotionele huishouding aangetast.”
Hello everybody
Luyendijk legt niettemin weergaloos en in een sublieme stijl bloot waar het aan schort in de pogingen de werkelijkheid weer te geven in media. Dat begint met een bezoek aan een Soedanees vluchtelingenkamp waar hij rondgeleid in een grote tent de hongerigen en stervenden begroet met ‘hello everybody’. Ineens was er contact en kwamen er uitingen van mensen die in de media doorgaans louter dienen als passief voer voor ellendeverslagen.
Het ‘hello everybody’ effect is de rode draad in het boek, ofwel: de schellen die van de ogen vallen als de werkelijkheid weer eens anders blijkt de zijn dan doorgaans geserveerd in de media.
In de dictaturen is geen betrouwbare informatie voorhanden, maar doen media wel voortdurend beroep op een blik ‘talking heads’, de deskundigen die het kunnen weten. Hun beeld is niet betrouwbaar, hun belangen vaag en doorgaans niet zuiver. Het meest scherp en vermakelijk is het beeld ‘dat Luyendijk schetst van de ‘mensenrechtenactivisten’ die zo vergroeid zijn met de media en afhankelijk van het Westen dat ze die naar de mond gaan praten en uitingen vooral baseren op hun eigen belangen.
Heilige Land
Het tweede deel van het boek laat zich niet even samenvatten. Dat moet je gelezen hebben als je interesse hebt in leugens en verdraaiing. Luyendijk ontleedt de Israëlische p.r.-machine tot op het bot, maar verbindt daaraan mededogen voor de aanhoudende enorme angst van het volk voor aanslagen.
Hij versterkt het effect door steeds te spreken over ‘het Heilige Land’ dat juist in deze context de kritiek verhardt, evenals door te spreken over ‘de joden’ en niet over ‘Israëli’s’. Overigens jammer dat hij behalve Arabisch geen Hebreeuws sprak.
Luyendijk zoekt de grens op: “Een van de valkuilen voor een correspondentschap in het Heilige Land is cynisme, dus schrapte ik uit een artikel over de Palestijnse kijk op het conflict zelf al de zin: ‘In pr-termen is de Holocaust voor Israël goud’. Zo kun je dat niet zeggen in de krant want je loopt de kans dat overlevenden van de Jodenvervolging het lezen en die vatten het misschien verkeerd op.”
Dit moet je een paar keer lezen om te weten dat de schrijver dit wellicht ook enkele keren heeft herschreven en nog eens bekeken. Ook uit Luyendijk een grondige hekel aan de lobby die Israël in Nederland verdedigt en brieven schrijft naar de krant.
Ook toont dat hij de positie van de Palestijnse Autoriteit aan als een soort van burgmeester in oorlogstijd, te veel laverend en soms ook vals, maar vooral hopeloos slecht opererend als het om de belangen van haar volk in de media gaat.
Recapitulerend
In een reactie op de reacties op zijn boek somt Luyendijk vijf euvels op:
1. Er blijft allereerst heel veel buiten beeld, omdat het geen nieuws is of omdat je niet bij de informatie kunt;
2. Wat in beeld komt, is vervolgens vaak iets anders dan het lijkt, omdat de politiek of de cultuur daar heel anders in elkaar zit dan hier;
3. Berichtgeving is ook vaak gemanipuleerd omdat strijdende partijen in staat blijken de kwetsbaarheden van de nieuwsindustrie uit te buiten. Berichtgeving is partijdig omdat sommige partijen beter manipuleren dan andere, omdat bij conflicten neutrale termen vaak niet bestaan, en omdat je in de keuze voor onderwerp en invalshoek altijd moet kiezen;
4. Tenslotte is berichtgeving versimpeld omdat ruimte altijd beperkt is, omdat je geen of weinig achtergrondkennis bij je publiek kan veronderstellen en omdat het publiek in meerderheid liever zelfverheerlijkend dan zelfkritisch nieuws tot zich neemt;
5. Dan zijn tv beelden ook nog altijd onvolledig, terwijl een boel fenomenen zich überhaupt niet of nauwelijks in beelden laten vatten.
Overigens ging hij zelf ook af en toe in de fout. Net een mens…
Peter Olsthoorn | 27-07-12 08:29
Uw e-mail adres wordt niet gepubliceerd en niet aan derden verstrekt.
Omgangsvormen