Geesteswetenschappen in Leiden
Leidse universiteit creëert viertjescultuur
Wij begrijpen dat er iets moest gebeuren om aan het verlangen van de staatssecretaris te voldoen. Maar wat de faculteit Geesteswetenschappen van de Universiteit Leiden ervan gemaakt heeft, leidt helemaal niet tot beter onderwijs. Integendeel.
Het universitair onderwijs moet van staatssecretaris Zijlstra bezuinigen en tegelijk beter worden. Deze niet geringe opdracht heeft aan de Universiteit Leiden geleid tot een strikter bindend studieadvies. Moest je tot nu toe 40 van de 60 studiepunten in het eerste jaar halen om te worden doorgelaten, dat worden er 50. Bovendien moet je in het tweede jaar ook nog eens 50 studiepunten halen. Universiteiten die niet voldoen aan de nieuwe rendementseis van Zijlstra worden met 7 procent gekort op hun onderwijssubsidie.
Om het hoofd boven water te houden in politiek moeilijke tijden heeft onze faculteit een kruip-door-sluip-door-route bedacht die een onderwijsverslechtering inhoudt.
Onlangs verscheen de facultaire beleidsnotitie Studiesucces en Onderwijsorganisatie. Daarin staat dat vakken voortaan in delen worden getoetst, zodat de student zijn tentamens in hapklare brokken krijgt voorgeschoteld. Onderwijs zal worden gegeven in blokken; korte perioden waarin de stof in hoog tempo wordt verwerkt. Dit om afleiding door andere vakken, baantjes of vrijetijdsbesteding te voorkomen.
Herkansingen worden afgeschaft om uitstelgedrag tegen te gaan. Maar die herkansingen zijn ook niet meer nodig, aangezien in de propedeuse onvoldoenden mogen worden gecompenseerd. Zo kun je studiepunten krijgen voor een vak dat met een onvoldoende is afgesloten. Iemand met een 4 voor moderne geschiedenis kan verder als hij een 8 voor middeleeuwen heeft gehaald.
De compensatieregeling is onze grootste zorg. De propedeuse, de basis van de universitaire opleiding, is het bewijs dat de student over algemeen erkende academische vaardigheden beschikt. Het is niet acceptabel om dit beginsel te laten lopen, alleen om tegemoet te komen aan de eis van het ministerie.
Het doel van de maatregelen wordt door vicedecaan W. Drees zo verwoord: ‘Wij willen jonge mensen een uitstekende opleiding bieden, van academisch niveau, waarmee ze goed op de arbeidsmarkt van de komende decennia terechtkunnen. De waarde van het diploma moet boven twijfel verheven zijn.’
Dat laatste is een bewering die op gespannen voet staat met de voorgestelde maatregelen. Enerzijds moet de universiteit aan de nieuwe eisen van Zijlstra voldoen en tegelijkertijd probeert de faculteit zich eronderuit te draaien en alsnog zoveel mogelijk studenten af te leveren. We kunnen niet anders concluderen dan dat de onderwijslat aanzienlijk wordt verlaagd. Studenten worden niet meer uitgedaagd, tentamens worden versimpeld en door het compensatiemechanisme kan de zesjescultuur zelfs een viertjescultuur worden.
De afgelopen jaren hebben verscheidene gevallen van diplomadevaluatie het hoger onderwijs ontsierd. Het parlement heeft uitvoerig zijn zorgen geuit over de achteruitgang van de kwaliteit van het onderwijs. Daarom roepen wij het faculteitsbestuur op de beleidsnotitie grondig te herzien en de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken.
Geesteswetenschappen in Leiden heeft een kruip-door-sluip-door-route bedacht die een onderwijsverslechtering inhoudt.
*) De auteurs studeren geschiedenis aan de Universiteit Leiden.
Berend Sommer en Bjorn Gallee | 26-03-12 18:59
Reacties
Eric | 31/03/12 om 16:33
De politiek is al jaren verliefd op het concept “meten is weten” en “betalen naar prestatie”. Wanneer je echter gaat kwantificeren ontstaat er zonder uitzondering spanning op de te leveren kwaliteit. De stuurmechanismen van de opleidingen verschuiven onvermijdelijk van het leveren van kwaliteit naar het presteren op de gevraagde dimensies. De politici sluiten zich consequent af voor de gevolgen, en reageren dan verbaasd als de onvermijdelijke uitkomst opduikt: we betalen nog steeds evenveel, maar de kwaliteit is aanzienlijk slechter geworden.
Dit is een groot maatschappelijk probleem dat zich als een gifzwam door het onderwijs heen vreet, en is zichtbaar op alle lagen: basis school, middelbare school etc. De politici zouden eens gedwongen moeten worden te werken met verkopers die ze dan doelstellingen opgeven, en dan moeten toekijken hoe de duidelijk geformuleerde doelstellingen verworden tot iets dat goed is voor de verkoper, en slecht is voor het bedrijf. En dan heb je het over een omgeving waarin het stellen van targets nog relatief simpel is.