Zo doe je aan beeldvorming
Politie, perceptie en veiligheid
Politiewetenschapper Monica den Boer en journalist Folkert Jensma leggen de beeldvorming bloot.
Gelezen: NRC Handelsblad, 17 januari 2009, Opinie
In een uitstekend interview debatteren NRC-journalist Folkert Jensma en Monica den Boer (foto), onder meer wetenschapper van de Politie Academie en Vrije Universiteit. Het uitgangspunt: weerspiegelen de fraaie cijfers over criminaliteit van de politiebazen in Amsterdam en Utrecht de werkelijkheid? Het antwoord is niet positief.
Jensma: “De Utrechtse hoofdcommissaris stelt dat de aangiftebereidheid hetzelfde is gebleven. Hoe kan hij dat weten?
Den Boer: “Kennelijk is het totale volume aangiftes er gelijk gebleven. Mij viel juist op dat Utrecht méér aangiften van de burgers wil. De politie moet veel moeite doen om de burger zo ver te krijgen dat hij misdaad meldt. Nu wordt aangifte per internet aanbevolen, om die meldingen maar te laten komen.”
Jensma: “Stel je voor dat het lukt. Dan is de criminaliteit volgend jaar enorm gestegen.”
Den Boer: “De vraag is hoe ze daar dan mee omgaan en wat het doet met het imago van de politie. Maar of dat nou betekent dat de criminaliteit werkelijk hoger of lager is… daar zitten nog zoveel filters tussen. In een recent Brits rapport stond dat per 250 strafbare feiten er gemiddeld één veroordeling volgt…”
Jensma: “Wat is wel een goede meting van veiligheid?”
Den Boer: “Grote steden werken steeds meer met veiligheidsindexen en veiligheidskaarten. Die komen vaak tot stand op basis van telefonische enquíªtes. Maar een eenduidig antwoord heb ik niet. Eigenlijk zijn veiligheidsindexen vergelijkbaar met de oliebollen- en haringtest van het Algemeen Dagblad. Het is een tevredenheidsmonitor…
Het is een laboratoriumsituatie. Je weet dan niet hoe veilig het gisteren was en hoe het morgen zal zijn. Als je methodologisch verantwoord de beleving van burgers wil meten, moet je dat vaak doen, met dezelfde respondenten en vragen…”
Hypes welkom
Jensma: “Nieuws over criminaliteit vormt bestuurlijke munitie.”
Den Boer: “Ja, taalkundig is het een fascinerend proces. Criminaliteit ondergaat framing, het worden narrative hypes (opzwepende vertellingen; red.) Een probleem krijgt veel urgentie toebedeeld. De rol van de media is aanzienlijk. Een recent bizar voorbeeld was Gouda. Daar hadden we een zwabber-discours. Eerst zei de korpschef dat de situatie onder controle was. Daarin werd hij gesteund door de burgemeester.”
Jensma: “Waarna een retorische oorlog uitbrak in de Kamer…”
Den Boer: “… en de burgemeester overstapte naar de andere kant en het probleem erkende. Deze bestuurder beí¯nvloedde zo direct de perceptie van veiligheid. Hij zag een bestuurlijke mogelijkheid: extra agenten, een eigen veiligheidshuis. Daar zat opportunisme in. Het veiligheidsthema biedt een fantastische gelegenheid om je controle als bestuurder groter te maken.”
Jensma: “Mijn indruk is dat veiligheid vooral psychologie is.”
Den Boer: “Die veiligheidsperceptie is enorm belangrijk – de nadruk is verschoven van objectieve veiligheid naar veiligheidsbeleving. Vind je het eng om s avonds over straat te lopen, dat soort vragen. En gemeenten home health pharmacy en korpsen laten zich vaak bedienen door onderzoeksbureaus die het zo weten te brengen dat ze door kunnen gaan met maatregelen die al zijn genomen.”
Jensma: “Maar ik snak naar harde cijfers: pakkans, strafkans, ophelderingspercentages. En dan een objectief beleid, graag.”
Den Boer: “Ik vind het uiteindelijk niet zo slecht dat we in Nederland kiezen voor het meten van perceptie. Wat er met die crimineel gebeurt, ontgaat ons toch. De burger wordt beí¯nvloed door wat in zijn achtertuin gebeurt. Het is niet zo gek dat de politie vooral daarop probeert te sturen.
Statistieken kun je bewerken, dat weet de politie ook. Ieder korps weet dat je prestatienormen kunt halen door mensen zonder achterlicht of identiteitspapieren in een fuik te vangen. De plankzaken laat je dan liggen.”
Peter Olsthoorn | 01-02-09 15:22
Uw e-mail adres wordt niet gepubliceerd en niet aan derden verstrekt.
Omgangsvormen