Raadslid gaat vrijuit bij gerechthof:
Schandpaal over accountant niet vervolgd
Opvallend vonnis: algemeen belang van publicatievrijheid is groter het individuele belang van de beschadigde persoon. Maar over welke personen gaat het hier?
Gelezen: Arrest hof van Amsterdam
Een fractievoorzitter in een gemeenteraad verspreidde in 2007 in een brief met bijlagen een berg deels goed gefundeerde laster over een accountant die in de fout ging. De account deed aangifte maar de officier van Justitie in Haarlem seponeerde de zaak. Daartegen gaat de beklaagde in beroep. We weten na anderhalf uur zoeken met verschillende tekstdelen uit het vonnis bij een aantal zoekdiensten nog niet over wie het gaat en hopen op een tip.
De zaak op zich boeit ook: de advocaat-generaal vindt namelijk dat de klagende account gelijk heeft. Maar het hof laat het raadslid vrijuit gaan. Mede met het oog op zijn politieke functie en het algemeen belang. Het gaat, zoals gewoonlijk, om het recht op vrije meningsuiting versus het recht op bescherming van iemands eer en goede naam.
Uit het vonnis:
- Doordat beklaagde zijn brief via internet heeft verspreid, kan die met een perspublicatie worden gelijkgesteld. De Hoge Raad heeft uitgemaakt dat een politicus niet door algehele immuniteit beschermd wordt voor uitlatingen in de pers die buiten het parlement en de gemeenteraad zijn gedaan;
- In eerste instantie gaat het recht op vrije meningsuiting, zeker als het gaat om een politiek debat, boven het recht op eer en goede naam. “In een levendige democratische samenleving behoort een politicus, temeer als hij tot de oppositie behoort, in vrijheid zijn mening te kunnen verkondigen bij het uitoefenen van controle op overheidsorganen of bij het aan de kaak stellen van maatschappelijke misstanden”¦”
- Tot die categorie uitingen behoort onmiskenbaar hetgeen beklaagde in zijn brief aan de orde heeft willen stellen, waardoor zijn kritiek een legitiem doel dient.”
- Tenzij er sprake is van ‘grove onzorgvuldigheid’. Dat was niuet het geval. Het raadslid heeft met een team van medewerkers onderzoek gedaan naar de accountant en van perspublicaties gebruik gemaakt. Hij heeft echter niet alles gecheckt en was daarin inderdaad onzorgvuldig;
- Wel heeft hij de accountant en het bedrijf om wederhoor gevraagd, maar die reageerden pas nadat de brief was uitgegaan. De accountant heeft eerst vragen gesteld aan het bestuur en kreeg geen antwoord, zegt hij;
- Het hof acht de onzorgvuldigheid niet van dien aard dat het doorslaggevend is om het raadslid te vervolgen. Want het was nit de bedoeling de eer en goede naam van de accountant aan te tasten. Het raadslid wilde discussie.
- Ten tweede heeft hij zijn kritiek al grotendeels gebaseerd op openbare bronnen die via internet beschikbaar waren, ook eerder al.
- In de derde plaats kan van smaad geen sprake zijn als de beschuldigingen in het algemeen belang nodig waren.
Curieus: “Het hof zal dan ook het beklag afwijzen, waarbij het overigens de vraag, of de geuite beschuldigingen al dan niet op waarheid berusten, uitdrukkelijk in het midden laat.”
Peter Olsthoorn | 02-08-08 11:19
Uw e-mail adres wordt niet gepubliceerd en niet aan derden verstrekt.
Omgangsvormen