De dagboeken van Adolf Hitler
2008: die Lí¼ge regiert weiter
De ‘ontdekker’ van de Hitler-dagboeken voor Der Stern, 25 jaar geleden, wil niet met de pers spreken, jokt HP/De Tijd.
Gelezen: HP/De Tijd, 9 mei 2008, week 19
HP/De Tijd besteedde niet minder dan zeven pagina’s aan de beroemdst geworden Duitse na-oorlogse leugen. Want het is 25 jaar geleden dat het Duitse weekblad Der Stern met de scoop van de eeuw kwam:
Het blad begon met de publicaties van Hitler’s dagboeken. Via haar sterreporter Gerd Heidemann had het de hand weten te leggen op de voor historici onbekende dagboeken van de Adolf Hitler. Na deze scoop volgde de canard van de eeuw: de dagboeken van der Fí¼hrer waren vervalsingen, gemaakt door Konrad Kujau.
In HP/De Tijd blikt Albert Eikenaar, ook Stern-correspondent in Nederland, terug op die affaire vol bedrog. Die dus bij uitstek geschikt is om in Leugens te behandelen. Maar klopt het artikel van Albert Eikenaar anno 2008 eigenlijk wel? Helaas, dat is niet het geval.
Dat de sterreporter destijds zo grandioos ten onder ging met de dagboeken wijt Eikenaar aan Heidemanns goedgelovigheid en gebrek aan kritische zin. Heidemann was volgens Eikenaar zo obsessief op jacht naar de primeur van de eeuw dat hij een groot gedeelte van de journalistieke onderzoeksmethoden uit het oog verloor. Na een eerder echec met de vervalste Lockheed-documenten dook Heidemann een aantal jaren later met teveel gretigheid op de, naar later bleek, vervalste dagboeken van Hitler.
Wederhoor toegepast? Eikenaar zegt in zijn grote HP/De Tijd-artikel dat Heidemann niet met de pers praat. Vreemd. Want wij kregen moeiteloos contact met Gerd Heidemann. Sterker nog: op 29 april jongstleden publiceerde deze website van de Frankfurter Rundschau een interview met Gerd Heidemann. Toch schrijft Albert Eikenaar in zijn artikel: “Voor journalisten verschuilt hij zich.”
Eikenaar begint zijn artikel met te vertellen over zijn persoonlijke belevenissen in 1976 en het Lockheed-schandaal rond Prins Bernhard. Ex-Lockheed-medewerker Ernst Hauser was een bron. In de versie van Eikenaar in HP/De Tijd was Heidemann overtuigd van de betrouwbaarheid van de uitlatingen en de Lockheed-documenten van Hauser. Pas nadat Heidemann en Der Stern een Lockheed-document over Prins Bernhard aan de Nederlandse onderzoekscommissie had overhandigd, zou volgens Eikenaar zijn gebleken dat het een vervalsing was. Dus toen al was Heidemann naí¯ef. Maar klopt deze versie van Eikenaar wel?
We vroegen het aan Heidemann, die dus volgens Eikenaar in twee journalistieke ‘aardbevingen’ te laconiek was. Heidemann stuurde ons een 22 pagina’s tellend verslag uit 1976 over zijn onderzoek naar de Lockheed-documenten van Hauser met de beschuldiging aan het adres van Prins Bernhard. Inderdaad stelde de Commissie van Drie dat het document van Hauser een vervalsing was.
In het HP/De Tijd-artikel schrijft Eikenaar: “Heidemann leek knock-out te gaan. Van zijn kenmerkende zelfverzekerdheid, zelfingenomenheid, bleef weinig meer over.”
Maar in het uit juli 1976 stammende document van Gerd Heidemann over de Lockheed-affaire blijkt iets heel anders. Dat is een opeensomming van noeste arbeid die Heidemann uitvoerde om de documenten en uitspraken van Ernst Hauser te controleren. Dat document in aanmerking nemende valt er weinig af te dingen op de journalistieke onderzoeksmethodes van Heidemann. Hij vermoedde al oplichting. Dat beweert hij tenminste in het toegezonden document dat door hemzelf is opgesteld.
Albert Eikenaar blijft bij zijn bewering dat zijn versie van de gebeurtenissen de waarheid is: “Heidemann is een notoire leugenaar.” Heidemann noemde in een e-mailwisseling die wij met hem hadden Eikenaar weer een leugenaar.
We vroegen ook nog aan Albert Eikenaar waarom de naam van een aspirant geldschieter om de vervalste dagboeken aan te kopen in de kolommen van HP/De Tijd was weggevallen. Dat was immers de Nederlandse voormalige Waffen SS’er en offshore-ondernemer Pieter Schelte Heerema. Volgens Eikenaar was die naam weggevallen door ingrijpen van HP/De Tijd hoofdredacteur Henk Steenhuis. Eikenaar noemt niet Heerema bij naam, maar ‘een miljonair uit Leiden’ die rechten van de dagboeken wilde kopen.
Heidemann beweert dat hij Der Stern niet voor de kosten wilde laten opdraaien en via een deal met Heerema geld voor buitenlandse rechten kon verkopen. Heerema wilde volgens Heidemann aantonen dat Hitler niet verantwoordelijk was geweest voor de Holocaust.
Met wat wederhoor had HP/De Tijd een nog veel smeuí¯ger artikel geproduceerd. Maar ja, wederhoor met een volgens Eikenaar ‘notoire leugenaar’ is not done”¦
Ton Biesemaat | 14-05-08 16:07
Reacties
Frits | 14/05/08 om 22:12
Ze kunnen nog altijd Victor von Baarn nazeggen: “Ich habe es nicht gewusst”.